Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv geen inflatiecorrectie kan toepassen op de door haar ontvangen rente. Het in de Wet VPB 1969 en de Wet IB 2001 verankerde winstbegrip is namelijk gebaseerd op een nominalistisch stelsel.

X bv ontvangt rente. In haar VPB-aangifte past zij, ter compensatie van de (jaarlijkse) geldontwaarding, een inflatiecorrectie toe op de door haar ontvangen rente. De inspecteur accepteert toepassing van de inflatiecorrectie niet.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv geen inflatiecorrectie kan toepassen op de door haar ontvangen rente. De rechtbank overweegt daarbij dat het in de Wet VPB 1969 en de Wet IB 2001 verankerde winstbegrip is gebaseerd op een nominalistisch stelsel, zodat er geen betekenis wordt toegekend aan eventuele waardeveranderingen van de desbetreffende munteenheid. Dit betekent volgens de rechtbank dat ook voor zover bepaalde voordelen een compensatie vormen voor inflatie, die voordelen tot de belastbare grondslag moeten worden gerekend, nu de wet niet voorziet in een correctie voor inflatie. De aanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Wet inkomstenbelasting 2001 3.8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 29 juni

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen