Hof Amsterdam oordeelt dat het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van X moet worden verminderd tot nihil, en dat X recht heeft op een proceskostenvergoeding. Er is namelijk ten onrechte geen rekening gehouden met de maximale ouderentoeslag van € 27.984.

X exploiteert een onderneming die zich bezighoudt met consultancy en (interim) management. Deze activiteiten vinden met name in de culturele sector plaats. In zijn IB-aangifte 2014 brengt hij diverse kosten in aftrek. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een IB-navorderingsaanslag op aan X. Hierbij worden diverse kostenposten geschrapt, en wordt rekening gehouden met het vermogen van X en zijn echtgenote. In hoger beroep is met name de correctie ter zake van het inkomen uit sparen en beleggen in geschil, en een eventueel in verband daarmee toe te kennen kostenvergoeding.

Hof Amsterdam oordeelt dat het belastbaar inkomen uit sparen en beleggen moet worden verminderd tot nihil, omdat ten onrechte geen rekening is gehouden met de maximale ouderentoeslag van € 27.984. X heeft dan ook recht op een proceskostenvergoeding. De stelling van de inspecteur, dat X geen recht heeft op een proceskostenvergoeding omdat hij en zijn echtgenote pas tijdens de procedure in hoger beroep een gezamenlijk verzoek tot wijziging van de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen hebben gedaan, is namelijk onjuist. Volgens het hof had de inspecteur, nu een gezamenlijk verzoek tot een andere wijze van toerekening ontbreekt, de gezamenlijke grondslag sparen en beleggen bij X en zijn echtgenote ieder voor de helft in aanmerking moeten nemen.

Lees ook het thema Beroep: rechtsbescherming door de belastingrechter

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 2.17

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 19 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen