Hof Amsterdam oordeelt dat X de uitgaven die zij doet voor haar meervoudig gehandicapte dochter niet in aftrek kan brengen ten laste van haar ROW-inkomsten. Deze uitgaven zijn namelijk niet aan te merken als uitgaven die zijn gedaan in het kader van de overeengekomen dienstverlening.

X geniet PGB-inkomsten in verband met de persoonlijke verzorging van haar meervoudig gehandicapte dochter. De dochter heeft 24-uurs zorg nodig. In haar IB-aangifte claimt X aftrek van diverse kosten, zoals voeding, kleding, elektriciteit, gas e.d. Volgens de inspecteur zijn deze uitgaven voor materiële zaken van de dochter echter niet aftrekbaar.

Hof Amsterdam oordeelt dat X de uitgaven die zij doet voor haar meervoudig gehandicapte dochter niet in aftrek kan brengen ten laste van haar ROW-inkomsten. Volgens het hof zijn deze uitgaven namelijk niet aan te merken als uitgaven die zijn gedaan in het kader van de overeengekomen dienstverlening. Het hof wijst er daarbij op dat het PGB van de dochter strekt tot inkoop van persoonlijke verzorging, verpleging en individuele begeleiding, omdat zij 24-uurs zorg nodig heeft. Dat de dochter deze zorg bij X heeft ingekocht, brengt niet met zich mee dat X, als zorgverlener, degene is die de huisvesting, voeding en kleding van de hulpbehoevende persoon moet bekostigen. De door X gedane uitgaven zijn niet aan te merken als aftrekbare kosten.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 19 juli

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen