Belanghebbende, de heer X, is vanaf 2009 enig bestuurder van Stichting A. Deze stichting is enig aandeelhouder/bestuurder van A bv. In juli 2012 doet X melding gedaan van betalingsonmacht van A bv inzake diverse naheffingsaanslagen. Eind augustus 2012 treedt X af als bestuurder. In geschil is of X door de ontvanger terecht aansprakelijk is gesteld voor een deel van de belastingschulden van A bv. De melding betalingsonmacht was in zoverre namelijk niet tijdig. Rechtbank Den Haag stelt de ontvanger in het gelijk. X gaat in hoger beroep. Hof Den Haag oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat het niet melden van de betalingsonmacht niet aan hem is te wijten. X voert namelijk alleen aan dat hij door drukke werkzaamheden niet in staat was om de betalingsonmacht tijdig te melden. X heeft die stelling niet onderbouwd en voldoet daarmee niet aan zijn stelplicht. Er is dus sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur. X is ook terecht aansprakelijk gesteld voor de boetes, heffingsrente en invorderingskosten. In de periode dat X enig bestuurder was, zijn de betreffende belastingschulden namelijk ontstaan en zijn de daarvoor geldende uiterste betalingstermijnen verstreken. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Invordering
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 13 oktober