Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X recht heeft op een teruggaaf van € 258.828 aan ingehouden dividendbelasting. Uit de door de inspecteur verstrekte informatie blijkt namelijk dat deze teruggaaf nog niet heeft plaatsgevonden.

X is een naar Duits recht opgericht Publikum Sondervermögen en is in Duitsland subjectief vrijgesteld van winstbelasting. X ontvangt dividenden van in Nederland gevestigde vennootschappen waarop dividendbelasting is ingehouden. X verzoekt om teruggaaf van de ingehouden dividendbelasting over de jaren 2006 - 2014. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat sprake is van een belemmering van het vrije verkeer van kapitaal. Voor deze belemmering bestaat geen rechtvaardiging. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat X niet aannemelijk maakt dat hij in een of meer van de betrokken jaren heeft voldaan aan de dooruitdelingseis. X heeft geen recht op de teruggaven. De rechtbank heropent het onderzoek nog wel voor de teruggaaf van de dividendbelasting over het jaar 2006. X voert namelijk aan dat 25% dividendbelasting is ingehouden en dat zij op grond van het Belastingverdrag NL- D dan nog recht heeft op een teruggaaf van 10%.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X recht heeft op een teruggaaf van € 258.828 aan ingehouden dividendbelasting. Uit de door de inspecteur verstrekte informatie blijkt namelijk dat deze teruggaaf nog niet heeft plaatsgevonden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 28

Wet op de dividendbelasting 1965 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Vennootschapsbelasting, Dividendbelasting

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 8 september

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen