Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de rechtbank niet buiten de rechtsstrijd is getreden door - ten overvloede - te overwegen dat sprake is van kwade trouw. Bovendien brengt de herkansingsfunctie van het hoger beroep met zich mee dat de inspecteur zich thans alsnog en met succes op kwade trouw kan beroepen.

De heer X vermeldt in zijn IB/VB-aangiften over 1993 tot en met 1997 geen buitenlandse inkomens- of vermogensbestanddelen. Vanaf oktober 2003 stuurt de inspecteur hem diverse malen het formulier 'Opgaaf buitenlands vermogen' toe, aangezien X volgens de Duitse Belastingdienst een bankrekening bij de Dresdner Bank heeft. Vanwege het uitblijven van een reactie is een serie navorderingsaanslagen opgelegd. Deze serie is door Hof Amsterdam (5 juli 2012, nr. 06/00464, V-N 2012/44.24.2) en de Hoge Raad gehandhaafd, met dien verstande dat de verhogingen c.q. boetes zijn verminderd tot 40%. De onderhavige tweede serie aanslagen is opgelegd na ontvangst in 2005 van nieuwe informatie uit Duitsland. Volgens Rechtbank Gelderland is de aanvullende informatie uit Duitsland een nieuw feit en is X bovendien te kwader trouw. X stelt in hoger beroep dat de rechtbank buiten de rechtsstrijd is getreden door kwade trouw aan te nemen.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de rechtbank niet buiten de rechtsstrijd is getreden door - ten overvloede - te overwegen dat sprake is van kwade trouw. Uit het proces-verbaal van de zitting van de rechtbank volgt namelijk dat de inspecteur zich daarop uitdrukkelijk en gemotiveerd heeft beroepen, zij het pas nadat dit door de rechtbank was aangesneden. Bovendien brengt de herkansingsfunctie van het hoger beroep met zich mee dat de inspecteur zich thans alsnog en met succes op kwade trouw kan beroepen. Na het verkrijgen van de Duitse erfenis had X zich namelijk beter over de fiscale gevolgen moeten laten informeren. De boetes zijn door de inspecteur terecht reeds ambtshalve gematigd tot 40%. Het beroep van X is ongegrond. Vanwege het overschrijden van de redelijke termijn krijgt X wel een immateriële schadevergoeding van € 2500.

Lees ook het thema Navordering

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 8 november

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen