X maakt op 11 februari 2011 bij de Belastingdienst bezwaar tegen de door het Centraal Administratie Kantoor gebruikte inkomensgegevens. Volgens X moet namelijk het verzamelinkomen, en niet het belastbare loon, worden gebruikt om de eigen bijdrage AWBZ vast te stellen. Vervolgens stelt X op 23 mei 2011 de inspecteur in gebreke omdat nog niet op haar bezwaar is beslist. De inspecteur verklaart het bezwaar van X kennelijk ongegrond en kent daarom geen dwangsom toe.
Rechtbank Arnhem oordeelt dat de inspecteur geen dwangsom is verschuldigd, omdat het bezwaar kennelijk ongegrond is. Volgens de rechtbank kan het bezwaar van X zich namelijk alleen richten tegen de hoogte van het toegepaste loongegeven. De inspecteur hoefde daarom alleen maar de juistheid van het toegepaste loongegeven te toetsen. Aangezien het bezwaar van X niet was gericht tegen de hoogte van het toegepaste belastbare loon, is het bezwaar terecht kennelijk ongegrond verklaard.