Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat vanwege het tijdsverloop tussen de aangifte en de registratie respectievelijk € 5 en € 16 te veel BPM op aangifte is voldaan.

X bv doet BPM-aangifte voor twee auto's, waarvoor € 795 en € 326 wordt voldaan. In geschil is primair of de hoorplicht is geschonden. Tijdens het hoorgesprek ontstaat namelijk een woordenwisseling, waarna de inspecteur het gesprek afkapt en de gemachtigde verzoekt te vertrekken. Volgens Rechtbank Gelderland kiest de gemachtigde er zelf voor om medewerkers van de Belastingdienst te beschimpen (vgl. V-N 2019/36.30.17). De inspecteur heeft zich voldoende ingespannen om X bv te horen. X bv gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat vanwege het tijdsverloop tussen de aangifte en de registratie respectievelijk € 5 en € 16 te veel op aangifte is voldaan. Het beroep van X bv is slechts in zoverre gegrond. De inspecteur moet hierdoor de betaalde griffierechten vergoeden, zijnde tweemaal € 338 voor de beroepen bij de rechtbank en € 519 voor dit beroep. Voor de procedures krijgt X tevens een totale forfaitaire proceskostenvergoeding van € 2136.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 7:16

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 6

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 30 augustus

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen