Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat het vermelden van de onjuiste overlijdensdatum en het overschrijden van de uiterste beslistermijn van de uitspraak op bezwaar niet kunnen leiden tot het vernietigen van de aanslag.

Aan X is een aanslag erfbelasting opgelegd. De aanslag heeft betrekking op zijn op 23 februari 2018 overleden moeder. Op het aanslagbiljet staat echter als overlijdensdatum 26 februari 2018. overeenkomstig de toenmalige vermelding in de Basis Registratie Persoonsgegevens. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is het voor X duidelijk dat de aanslag op de nalatenschap van zijn moeder ziet (vgl. HR 2 juni 2006, 41.394, V-N 2006/37.6). Ook het overschrijden van de beslistermijn in de bezwaarfase leidt niet tot vernietiging van de aanslag. X gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het vermelden van de onjuiste overlijdensdatum en het overschrijden van de uiterste beslistermijn van de uitspraak op bezwaar niet kunnen leiden tot het vernietigen van de aanslag. Juridisch kan de inspecteur de aanslag niet vervangen door een nieuwe aanslag met de juiste overlijdensdatum. Er kan namelijk voor hetzelfde belastbare feit geen tweede (primaire) aanslag worden opgelegd. Het toekennen van schadevergoedingen is ook niet aan de orde, gezien het ongegronde beroep van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:73

Algemene wet bestuursrecht 7:10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 30 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen