Rechtbank Den Haag oordeelt dat X weliswaar kopieën van de afrekening van de notaris ter zake van de betreffende onroerende zaak overgelegd heeft, maar niets heeft aangevoerd op grond waarvan zou kunnen worden vastgesteld dat hij de betreffende onroerende zaak daadwerkelijk heeft gebruikt voor belaste handelingen. X maakt niet aannemelijk dat hij recht heeft op aftrek van voorbelasting.

Belanghebbende, X, is een eenmanszaak en enig aandeelhouder van bv 1 en bv 2. In juni 2012 is aan X een onroerende zaak geleverd. Deze was een belaste levering waarvan de heffing is verlegd naar X. X heeft vervolgens de verschuldigde omzetbelasting in zijn geheel als voorbelasting in aftrek gebracht. Met name is in geschil of de naheffingsaanslag en de boete terecht en juist zijn opgelegd.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X weliswaar kopieën van de afrekening van de notaris ter zake van de betreffende onroerende zaak en van de aangifte OB over het tweede kwartaal 2012 overgelegd heeft, maar niets heeft aangevoerd op grond waarvan zou kunnen worden vastgesteld dat hij de betreffende onroerende zaak daadwerkelijk heeft gebruikt voor belaste handelingen. X maakt niet aannemelijk dat hij recht heeft op aftrek van voorbelasting. De boete is daarentegen niet terecht. De inspecteur heeft niet bewezen dat het beboetbare feit zich heeft voorgedaan.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 2

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67c

Algemene wet inzake rijksbelastingen 20

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 18 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen