Rechtbank Noord-Holland stelt vast dat Y (middellijk) aandeelhouder is van enkele vennootschappen, en dat X zelf 30% van de aandelen houdt in een vennootschap. X moet dan, als zij werkzaamheden verricht voor een of meerdere van deze vennootschappen, een gebruikelijk loon ontvangen.

Belanghebbende, X, en haar echtgenoot, Y, voorzien via diverse vennootschappen, die gevestigd zijn op de Seychellen en in het Verenigd Koninkrijk, hun klanten van fiscaal advies en verrichten boekhoudkundige werkzaamheden voor hun klanten. X heeft fiscaal recht gestudeerd en adviseert de klanten, Y doet de boekhouding. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur vast dat X ten onrechte geen gebruikelijk loon heeft verantwoord. Hij legt daarom een IB-navorderingsaanslag op voor het gebruikelijk loon van twee vennootschappen. Volgens X is dit echter onterecht.

Rechtbank Noord-Holland stelt vast dat Y (middellijk) aandeelhouder is van enkele vennootschappen, en dat X zelf 30% van de aandelen houdt in een vennootschap. Volgens de rechtbank moet X dan, als zij werkzaamheden verricht voor een of meerdere van deze vennootschappen, een gebruikelijk loon ontvangen. De rechtbank leidt vervolgens uit de door de inspecteur ingebrachte informatie af dat in alle vennootschappen werkzaamheden zijn verricht, en dat X, als fiscaal jurist, (een deel van) deze activiteiten heeft verricht. De inspecteur heeft dan ook terecht een gebruikelijk loon voor twee van deze vennootschappen in aanmerking genomen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 12a

Wet inkomstenbelasting 2001 3.81

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 22 februari

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen