Belanghebbende, X, is eigenaar en gebruiker van een twee-onder-één-kapwoning met een vrijstaande werkplaats/loods. Rechtbank Amsterdam verlaagt de WOZ-waarde 2009 van € 411.000 naar € 390.000, onder meer vanwege de uitkomsten van een procedure bij het hof voor een eerder belastingjaar. De heffingsambtenaar gaat in hoger beroep.
Hof Amsterdam (MK I, 9 juni 2011, P10/00112) oordeelt anders dan de rechtbank dat de heffingsambtenaar de door hem vastgestelde waarde op basis van het taxatierapport voldoende heeft onderbouwd en acht hem geslaagd in de op hem rustende bewijslast. Het hof is van oordeel dat de taxateur voldoende rekening heeft gehouden met de waardebepalende omstandigheden. Het hof acht zich op basis van de foto's en de beschreven omstandigheden voldoende geïnformeerd en ziet daarom geen reden voor een onderzoek ter plaatse op basis van art. 8:50 Awb. Het hof verklaart het hoger beroep van de heffingsambtenaar gegrond en vernietigt de rechtbankuitspraak. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).