X heeft een aanmerkelijk belang in een BV. In 2006 is X overleden. Na X' overlijden keert de BV een dividend uit van € 400.000. In geschil is of voor de heffing van het successierecht de materiële belastingschuld van 25% in mindering mag worden gebracht op de nalatenschap, in plaats van een latente belastingschuld van 6,25%.
Rechtbank Breda oordeelt dat, nu de erfgenamen bij overgang krachtens erfrecht niet hebben gekozen voor afrekening van de aanmerkelijkbelangclaim bij erflater, de Successiewet niet de mogelijkheid biedt de materiële belastingschuld van 25% in mindering te brengen op de nalatenschap. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen, Erfrecht
Instantie: Rechtbank Breda
Editie: 15 februari