X is eigenaar van een vrijstaande woning uit 2003 gelegen in de gemeente Houten. X heeft de woning in juni 2010 gekocht voor € 560.000 kosten koper. De vorige eigenaar heeft in december 2006 nog € 600.000 voor de woning betaald. In geschil is de WOZ-waarde 2010 (waardepeildatum 1 januari 2009) die na bezwaar € 718.000 bedraagt.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat wanneer een woning onder dreiging van een executieveiling wordt verkocht deze verkoopprijs toch bruikbaar kan zijn bij het bepalen van de WOZ-waarde. De dreigende executieveiling betekent volgens het hof niet noodzakelijkerwijs dat de koopsom niet onder normale omstandigheden tot stand is gekomen. In het onderhavige geval kan de koopsom van € 560.000 (door X betaald anderhalf jaar voor de peildatum) toch een licht werpen op de WOZ-waarde. Het hof neemt hierbij in aanmerking dat a) de heffingsambtenaar heeft toegegeven dat de markt niet bekend was met de dreiging van een executieverkoop, b) de via het internet verkregen informatie door de heffingsambtenaar is aangevoerd zonder enige bronvermelding, c) de woning al vanaf maart 2008 te koop stond en d) de verklaring van de verkopende makelaar dat de verkoopprijs de marktwaarde op dat moment weergaf. Het hof besluit de WOZ-waarde te verlagen naar een bedrag van € 640.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 15 februari