Rechtbank Overijssel verklaart het beroep van X niet-ontvankelijk wegens een gebrek aan belang, maar veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van de proceskosten. Voor het uitspreken van een proceskostenvergoeding is het niet nodig dat een beroep gegrond is.

X is eigenaar van een woonboerderij. De heffingsambtenaar verlaagt de WOZ-waarde. X komt in beroep. Hij heeft in bezwaar gevraagd om de grondstaffels die ten grondslag lagen aan de taxatie, maar heeft die pas in beroep gekregen. Hij geeft aan dat de waarde niet meer in geschil is, maar verzoekt om een proceskostenvergoeding.

Rechtbank Overijssel oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, maar veroordeelt de heffingsambtenaar toch tot vergoeding van de proceskosten. X heeft geen belang bij het beroep, omdat de waarde niet in geschil is. Daarnaast is het voor het uitspreken van een proceskostenvergoeding niet nodig dat een beroep gegrond is. Op grond van art. 8:75a Awb kan er reden zijn een proceskostenvergoeding uit te spreken als het procesbelang is vervallen omdat het bestuursorgaan aan het beroepschrift is tegemoetgekomen. De heffingsambtenaar heeft in de beroepsfase de gevraagde grondstaffel gegeven, terwijl daar in de bezwaarfase al om is verzocht. Het had op de weg van de heffingsambtenaar gelegen om de grondstaffel al in de bezwaarfase te verstrekken. Dat gemachtigde van X de waarde reeds op basis van de wel beschikbare gegevens had kunnen inschatten, is de rechtbank niet gebleken. Dat gemachtigde van X ervan heeft afgezien om in bezwaar te worden gehoord, ontslaat de heffingsambtenaar er niet van zorg te dragen voor het inzichtelijk maken van de gehanteerde grondstaffel.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Overijssel

Editie: 30 oktober

35

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen