Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur interne compensatie kan toepassen. Hiervoor is geen nieuw feit vereist. De rechtbank wijst daarbij op de jurisprudentie van de Hoge Raad.

X houdt alle aandelen in belanghebbende, Y bv. Op 12 augustus 2014 koopt Y bv een Volkswagen Up voor € 5200 en verkoopt deze vervolgens voor € 4000 op 1 oktober 2014 aan Q, de zoon van X. Naar aanleiding van een boekenonderzoek stelt de inspecteur voor om het verlies op de auto aan te merken als een uitdeling. Y bv gaat daarmee akkoord. De inspecteur en Y bv hebben vervolgens telefonisch contact over de aanslag. De inspecteur laat daarop de correctie in verband met de btw op de auto vervallen, omdat Y bv deze niet ten laste van haar winst had gebracht. De inspecteur komt daarop met enkele andere correcties en beroept zich op interne compensatie. De aangebrachte winstcorrectie is hierdoor volgens de inspecteur niet te hoog. Y bv is echter van mening dat de inspecteur geen interne compensatie mag toepassen.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur interne compensatie kan toepassen. Hiervoor is geen nieuw feit vereist. De rechtbank wijst daarbij op de jurisprudentie van de Hoge Raad. Vervolgens stelt de rechtbank vast dat de door de inspecteur toegepaste winstcorrectie niet te hoog is. Y bv heeft de correcties inhoudelijk gezien niet bestreden.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.25

Wet op de vennootschapsbelasting 1969 8

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Vennootschapsbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 30 oktober

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen