X huurt een pand dat hij gebruikt als bibliotheek. In geschil is de WOZ-waarde 2014 van de onroerende zaak.

Hof Den Haag oordeelt dat de benuttingswaarde geen rol speelt bij de WOZ-waardering van het bibliotheekgebouw. Dit waardebegrip geldt enkel voor onroerende zaken die niet in de commerciële sfeer, maar (mede) in het publieke belang worden gebezigd, zo overweegt het hof. Daarbij is niet de positie van de gebruiker maar de positie van de eigenaar bepalend en omdat die in dit geval als verhuurder in de commerciële sfeer opereert, is de benuttingswaarde niet aan de orde. Het hof oordeelt dat vanwege de commerciële exploitatie de bedrijfswaarde wel een rol kan spelen bij de WOZ-waardering van de bibliotheek. Nu de gecorrigeerde vervangingwaarde van een in de commerciële sfeer gebruikte courante onroerende zaak in beginsel niet afwijkt van de waarde in het economische verkeer, kan de gecorrigeerde vervangingswaarde in dit geval worden berekend aan de hand van een huurwaardekapitalisatieberekening. Dit geldt te meer nu de eigenaar/verhuurder van de bibliotheek een onderneming is die de exploitatie van onroerende zaken beoogt. In dat geval is de bedrijfswaarde van de onroerende zaak gelijk aan de marktwaarde verhoogd met de overdrachtskosten (HR 11 december 1985, nr. 23.159, BNB 1987/187). De door X overgelegde berekening volgens de huurwaardekapitalisatiemethode acht het hof echter niet bruikbaar. Het hof sluit zich aan bij de door de rechtbank in goede justitie bepaalde WOZ-waarde van € 3,5 miljoen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17