X doet BPM-aangifte voor een Mercedes AMG C43 en voldoet € 3423. In geschil is de naheffingsaanslag van € 6562 en in het bijzonder of er een blijvende waardevermindering is wegens de status van ex-schade auto. Volgens Rechtbank Den Haag maakt X die waardevermindering niet aannemelijk. X krijgt wegens het overschrijden van de redelijke termijn wel een immateriële schadevergoeding van € 500 en een proceskostenvergoeding van € 541. X gaat in hoger beroep. Niet meer in geschil is dat de auto ten tijde van de aangifte geen schade meer had.
Hof Den Haag oordeelt dat in het taxatierapport bij de aangifte weliswaar staat dat de auto meer dan normale gebruiksschade heeft, maar hieruit volgt niet automatisch dat aan deze schade – ook na het schadeherstel – een blijvende waardevermindering moet worden verbonden. X krijgt wel een immateriële schadevergoeding van € 1000 voor de zaak in eerste aanleg en een proceskostenvergoeding van in totaal € 1674 (€ 837 voor het beroep en € 837 voor het hoger beroep).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 25 mei