Mevrouw X verhuurt een pand met BTW aan diverse bv's van haar ex-partner/adviseur/gemachtigde, de heer B. In verband met het faillissement van de bv's vraagt X wegens oninbaarheid van de huurvorderingen de reeds door haar afgedragen BTW terug. In geschil is of de inspecteur de aldus – deels ook ambtshalve – teruggegeven btw terecht met 50% vergrijpboete bij X heeft nageheven. Rechtbank Breda stelt de inspecteur in het gelijk. X gaat in hoger beroep.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de naheffing terecht is omdat de vorderingen volgens het grootboek van X al zijn verrekend en aldus aan haar ten goede zijn gekomen. De boete is echter niet terecht aangezien vaststaat dat X aan een ernstige ziekte lijdt, zich niet of nauwelijks bezighoudt met haar onderneming en dat B feitelijk alle touwtjes in handen heeft. Tijdens de zitting blijkt dat B een sterke en dominante persoonlijkheid heeft en dat X dus niets te kiezen en/of te controleren heeft in die zin dat zij bij de samenwerking met B als haar adviseur onvoldoende zorg heeft betracht. Het beroep van X is deels gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Omzetbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 13 februari