X voldoet voor de registratie van een ingevoerde auto € 1691 aan BPM. Na bezwaar is een teruggaaf verleend van € 87 (5%) in verband met de lagere waarde van een marge-auto. Volgens Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft X recht op een extra teruggaaf van € 111. Er is belastingrente vastgesteld over de periode 1 april 2017 tot en met 30 mei 2017 en de inspecteur is veroordeeld tot vergoeding van wettelijke rente over de bezwaarkostenvergoeding. Daarnaast is een immateriële schadevergoeding en een veroordeling in de proceskosten en het griffierecht uitgesproken. In hoger beroep wordt de gemachtigde van X wegens beledigend taalgebruik van verdere deelname aan de procedure uitgesloten.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de omstandigheid dat in de handel aan het verhuurverleden van een personenauto een waardedrukkende invloed wordt verbonden, niet meebrengt dat met deze waardedruk ook rekening moet worden gehouden bij auto’s zonder eigen huurverleden. Het maakt niet uit dat X in de bezwaarfase niet is gehoord. Op de zitting bij de rechtbank heeft de gemachtigde van X namelijk verklaard dat aan deze schending voorbij kan worden gegaan. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:22
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 25 juni