X is gedurende het jaar 2015 woonachtig in Nederland en met ingang 1 januari 2015 in loondienst bij een bedrijf in Zwitserland. Zijn werkgever stelt hem in 2015 voor minimaal 186 dagen tewerk bij een schip in Nederland. X stelt dat ten aanzien van het schip sprake is van “exploitatie in internationaal verkeer” en dat op basis van art. 15 lid 3 van het Verdrag Nederland-Zwitserland het heffingsrecht over zijn inkomen is toegewezen aan Zwitserland. De inspecteur bepleit dat het schip pas in 2016 in gebruik is genomen en derhalve geen sprake is van “exploitatie in internationaal verkeer”.
Rechtbank Den Haag bepaalt dat geen sprake is van “exploitatie in internationaal verkeer” en derhalve het inkomen ter heffing is toegewezen aan Nederland. Het begrip “exploitatie in internationaal verkeer” dient te worden uitgelegd aan de hand van het OESO commentaar. Nu het schip in 2015 niet is geëxploiteerd voor het vervoer van personen of goederen in het internationale verkeer, is het heffingsrecht aan Nederland toegewezen.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 12 mei