Hof Den Haag oordeelt dat de schulden die X is aangegaan niet rechtstreeks samenhangen met de vermogensbestanddelen die X ter beschikking heeft gesteld aan Y teneinde door haar te worden aangewend voor het behalen van belastbare winst uit onderneming. 

Belanghebbende, X, is onder huwelijkse voorwaarden getrouwd met Y. Begin jaren negentig van de vorige eeuw heeft X een bedrag van € 63.529,23 ter beschikking gesteld aan Y voor de aanschaf van een woon- en werkpand. In 2009 stelt X een bedrag van € 106.000 ter beschikking aan Y voor de verbouwing en inrichting van de nieuwe praktijkruimte van Y. X stelt dat hij heeft moeten lenen om genoemde gelden ter beschikking te kunnen stellen aan Y. De rente op deze leningen wenst hij af te trekken als negatief TBS-resultaat.

Hof Den Haag oordeelt dat de schulden die X is aangegaan niet rechtstreeks samenhangen met de vermogensbestanddelen die X ter beschikking heeft gesteld aan Y teneinde door haar te worden aangewend voor het behalen van belastbare winst uit onderneming. De rechtbank heeft overwogen dat X het bedrag van € 63.529,23 heeft betaald uit de erfenis van zijn vader. Er is geen lening aan te pas gekomen, zodat renteaftrek niet mogelijk is. Dit wordt niet anders nu X een andere lening vanwege de terbeschikkingstelling niet heeft afgelost. Voor de tweede terbeschikkingstelling heeft de inspecteur deels renteaftrek toegestaan. X maakt niet aannemelijk dat deze aftrek te laag is. De rechtbank heeft het beroep 2010 terecht ongegrond verklaard. Het beroep 2009 is door de rechtbank terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.91-1-a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 1 september

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen