De rechtbank oordeelt dat X geen kosten van de winst uit onderneming mag aftrekken omdat hij deze kosten door een onvolledige administratie niet kan onderbouwen.

X heeft een eenmanszaak en zowel een aanmerkelijk belang als een 100% belang in twee vennootschappen. X verantwoordt bij zijn aangifte IB/PVV 2012 geen winst uit onderneming. De inspecteur stelt in 2015 een derdenonderzoek in en ontdekt een aantal ontvangen betalingen. De inspecteur merkt deze betalingen aan als winst uit onderneming en legt een navorderingsaanslag op. X claimt recht te hebben op aftrek van € 209.528,16 aan kosten. In geschil is of X bij de bepaling van winst uit onderneming recht heeft op aftrek van die kosten.

De rechtbank is van mening dat X niet aannemelijk maakt dat de kosten in aftrek moeten komen. X stelt dat het kosten voor in- en uitleen van personeel betreft en betaalde facturen. Het in- en uitlenen van personeel staat niet in het uittreksel van de KvK en het is onduidelijk om wat voor facturen het precies gaat. Dat X dit niet kan aantonen omdat de boekhouding onvolledig is en de back-upschijf zoek is, komt voor zijn risico. De rechtbank oordeelt dat X geen recht heeft op aftrek en dat de navorderingsaanslag niet te hoog is vastgesteld. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 28 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen