X bv koopt eind 2004 een aan de Rijksgebouwendienst (RGD) verhuurd kantoorgebouw. De koopprijs is € 11.798.286. De lopende huurperiode eindigt op 31 mei 2008. De RGD zegt april 2007 de huur op per 31 mei 2008. In geschil is de vpb-aanslag over 2006. X bv wil de waarde van de onroerende zaak ten laste van het resultaat afwaarderen met € 3.556.513.
Rechtbank Arnhem oordeelt dat op 31 december 2006 nog niet voorzienbaar was dat de huurovereenkomst zou worden beëindigd. In 2006 gaf de RGD weliswaar te kennen dat het gebouw niet meer voldeed, maar de onderhandelingen over een eventuele modernisering en verlenging van de overeenkomst liepen nog steeds. Afwaardering van het gebouw naar een lagere bedrijfswaarde is in 2006 reeds daarom niet mogelijk. Het beroep van X bv is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Instantie: Rechtbank Arnhem