Rechtbank Gelderland beslist dat kunstuitleenbedrijf X bv geen omzetbelasting over afgewaardeerde spaartegoeden verschuldigd is.

De activiteiten van belanghebbende, X bv, bestaan uit het aan- en verkopen en verhuren van kunstvoorwerpen aan particulieren en ondernemingen. Huur door particulieren kan alleen plaatsvinden met deelname aan een huur/spaarprogramma. Ondernemingen kunnen hiervoor opteren. Particulieren betalen jaarlijks een lidmaatschapsbedrag van € 12 en maandelijks een huurbedrag van 3% van de waarde van de gehuurde kunst. Van het huurbedrag is 2/3 deel bestemd voor de opbouw van een spaartegoed (het spaardeel). Bij deelname van ondernemers aan het huur/spaarprogramma is het spaardeel de helft van het maandelijkse huurbedrag. Het spaartegoed kan uitsluitend worden gebruikt voor de aankoop van kunst bij eiseres en wordt niet in geld terugbetaald. X bv voldoet overeenkomstig een aantal besluiten van de Staatssecretaris van Financiën geen omzetbelasting over de spaardelen. X bv heeft het saldo van de spaartegoeden dat nog niet is aangewend voor de aankoop van kunst opgenomen in de jaarrekeningen tegen de nominale waarde. In de jaren 2010, 2011 en 2012 heeft X bv het saldo van de spaartegoeden afgewaardeerd. De afwaardering heeft betrekking op spaartegoeden van klanten die gedurende een langere tijd, maar in elk geval gedurende de voorafgaande vijf jaar, niet meer hebben gehuurd of gespaard. De inspecteur is van mening dat X bv over de afwaarderingen omzetbelasting moet voldoen. Op het moment dat X bv de spaartegoeden afwaardeert, is volgens de inspecteur het oogmerk tot de aanschaf van een kunstwerk bij de klant niet meer aanwezig en wordt niet meer voldaan aan de goedkeuring zoals opgenomen in de besluiten. Gevolg zijn twee naheffingsaanslagen omzetbelasting waartegen X bv in beroep komt.

Volgens Rechtbank Gelderland is in de besluiten goedgekeurd dat op het moment dat de huurbedragen aan X bv worden betaald, geen omzetbelasting wordt geheven over de spaardelen, maar dat hierover pas omzetbelasting is verschuldigd als het spaartegoed wordt gebruikt voor de aankoop van een kunstwerk. De goedkeuring is in de besluiten niet in de tijd beperkt of op een andere manier gelimiteerd. In de besluiten is ook geen regeling opgenomen voor de situatie dat het spaartegoed niet, of pas na lange tijd, gebruikt wordt voor de aankoop van kunst of dat het spaartegoed wordt afgewaardeerd. Het afwaarderen van de spaartegoeden is geen belastbare handeling in de zin van de Wet OB. Ook kan de afwaardering niet worden aangemerkt als het door de klant alsnog betalen van een vergoeding voor de (doorlopende) prestatie van het lenen van kunst. De beroepen van X bv zijn gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 3

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

2

Gerelateerde artikelen