Rechtbank Gelderland oordeelt dat de gemeente Ede de opbrengstlimiet niet heeft geschonden bij het vaststellen van de tarieven rioolheffing 2017.

X is gebruiker van twee panden in de gemeente Ede. Aan hem zijn aanslagen rioolheffing opgelegd. X stelt dat de opbrengstlimiet is overschreden. Rechtbank Gelderland oordeelt dat geen sprake is van overschrijding van de opbrengstlimiet. De stelling van X dat de post “overhead” niet volledig kan worden aangemerkt als last ter zake, verwerpt de rechtbank. De rechtbank oordeelt tevens, na de daarop gegeven toelichting door de heffingsambtenaar, dat de voorziening vervangingsinvesteringen is toegestaan op grond van het BBV. De Voorziening vervangingsinvesteringen riolering is specifiek in het leven geroepen ter dekking van de begrote kosten waarvoor rioolheffing mag worden geheven. Ook de toegerekende kosten van straatreiniging (33%) vormen volgens de rechtbank een last ter zake. De heffingsambtenaar heeft de aanslag juist berekend en heeft de heffingsmaatstaf van “afvoerend oppervlak” juist toegepast. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a

Gemeentewet 229b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 8 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen