De heer X en zijn echtgenote, mevrouw Y, bezitten alle aandelen in een bv, die een landbouwbedrijf exploiteert. Vanaf 1993 worden de onroerende zaken door X en Y (voor twaalf jaar) verpacht aan de bv. De verpachting wordt vanaf 1 januari 2001 aangemerkt als een terbeschikkingstelling. In februari 2003 wordt de pacht met terugwerkende kracht tot 1 januari 2003 om niet beëindigd. Het echtpaar neemt in verband hiermee in 2002 een boekverlies in aanmerking. Hof 's-Hertogenbosch (23 december 2010, nr. 10/00077, V-N 2011/29.1.1) oordeelt echter dat de blote eigendom is aangegroeid tot de volle eigendom en dat het verschil tussen de waarde vrij en de boekwaarde op 31 december 2002 terecht is belast als resultaat uit een werkzaamheid. De onderhavige procedure vloeit voort uit de subsidiaire stelling van X dat de beëindiging om niet onzakelijk is en dat dit belast had moeten worden in 2003. De inspecteur legt vervolgens ter behoud van rechten een navorderingsaanslag over 2003 aan X op. Rechtbank Breda handhaaft de aanslag. X gaat in hoger beroep.
Hof ´s-Hertogenbosch oordeelt dat het in strijd is met het systeem van de wet om het voordeel dubbel te belasten. Het feit dat de onderhavige navorderingsaanslag slechts ter behoud van rechten is opgelegd, maakt dit niet anders. Het beroep van X is gegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 1 maart