X geeft in zijn aangifte IB per ongeluk aan dat hij recht heeft op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK). Hierdoor ontvangt hij een te hoge voorlopige teruggaaf. Bij het opleggen van de definitieve aanslag corrigeert de inspecteur de IACK, waardoor X € 2.725 moet terugbetalen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verwerpt het beroep van X op het zorgvuldigheidsbeginsel. De inspecteur is niet verplicht alle gegevens die hem ter beschikking staan te controleren voordat hij een VA oplegt. Dat de inspecteur de inschrijving van het kind had kunnen controleren, is dan ook niet van belang. X gaat in hoger beroep.
Hof ’s-Hertogenbosch bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Het hof verwerpt het beroep van X op een arrest van de Hoge Raad van 15 juni 2018 omdat het in die zaak gaat om navordering van IACK, terwijl het in dit geval gaat om de opgelegde definitieve aanslag. Als de inspecteur wil navorderen, gelden strengere eisen dan bij het opleggen van de definitieve aanslag.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 8.14a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 25 juli