Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de BPM-teruggaafregeling alleen geldt voor motorvoertuigen met een registratiedatum van 16 oktober 2006 of daarna.

Belanghebbende, X vof, is houder van een Volkswagen Caddy en brengt deze in 2013 over naar een andere EU-lidstaat. In geschil is of X vof terecht een BPM-teruggaaf van € 1.632 claimt. De auto stond vanaf 14 september 2006 op naam van een ondernemer. In april 2009 werd de auto op naam gesteld van een particulier, zodat alsnog BPM was verschuldigd. Rechtbank Gelderland weigert de teruggaaf te verlenen. X vof gaat in hoger beroep.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de teruggaafregeling alleen geldt voor motorvoertuigen met een registratiedatum van 16 oktober 2006 of daarna. De in april 2009 betaalde BPM is niet betaald ter zake van de gewijzigde tenaamstelling van het kenteken maar alsnog, en rekening houdend met een afschrijving, ter zake van de registratie van de auto in het kentekenregister op 14 september 2006  (vgl. A-G Van Hilten in haar conclusie bij HR 12 november 2010, nr. 08/04259, V-N 2010/58.23). De teruggaafregeling is voorts niet in strijd met art. 110 VWEU (vgl. HR 29 april 2016, nr. 15/02976, V-N 2016/25.19). In het verlengde hiervan stelt X vof dus ook vergeefs dat het EU-verdedigingsbeginsel is geschonden. Het beroep van X vof is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 110

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 13a

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 14a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 25 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen