Rechtbank Gelderland oordeelt dat X weliswaar gelegenheid geeft tot sportbeoefening, maar dat er sprake is van misbruik van recht. Volgens de rechtbank ontbeert de nieuwe situatie namelijk economische realiteit.

Belanghebbende, stichting X, is op 7 december 2011 opgericht. X heeft onder meer tot doel het voorzien in de gelegenheid tot sportbeoefening aan vereniging C en het ter beschikken stellen van een (hockey)sportaccommodatie in de gemeente Amerongen aan C. X sluit met de gemeente Utrechtse Heuvelrug een overeenkomst met betrekking tot de verhuur van sportvelden aan X, voor € 10.000 per jaar. X verhuurt de velden aan C voor € 21.200. Vervolgens vestigt de gemeente een zelfstandig recht van opstal voor X op de bebouwde delen van het sportcomplex. Naar aanleiding van een onderzoek legt de inspecteur btw-naheffingsaanslagen op aan X. Volgens de inspecteur is er namelijk sprake van verhuur van onroerend goed, en heeft X geen recht op btw-aftrek. X stelt dat zij gelegenheid geeft tot sportbeoefening.

Rechtbank Gelderland is van oordeel dat X gelegenheid geeft tot sportbeoefening. De rechtbank wijst er daarbij op dat de prestatie die X aan C verricht meer inhoudt dan de passieve terbeschikkingstelling van het sportcomplex. Vervolgens stelt de rechtbank echter vast dat er sprake is van misbruik van recht, zodat de naheffingsaanslagen in stand blijven. Volgens de rechtbank ontbeert de nieuwe situatie namelijk economische realiteit. De rechtbank wijst er daarbij op dat C, evenals vóór het opzetten van de constructie, nog steeds geen vergoeding betaalt voor het gebruik van de sportvelden, en dat de velden niet wezenlijk buiten het beheer van de gemeente zijn gebracht. De rechtbank acht daarbij onder andere van belang dat C wel een marktconforme vergoeding betaalt (€ 21.200), maar dat de gemeente jaarlijks € 11.000 aan C betaalt, zodat zij volledig door de gemeente wordt gecompenseerd voor zover de betaling betrekking heeft op de velden. Feitelijk betaalt C derhalve nog steeds ongeveer € 10.000 per jaar voor het gebruik van de sportvelden. De rechtbank verklaart X's beroep ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting, Belastingrecht algemeen

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 25 april

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen