Volgens Rechtbank Gelderland heeft X geen recht op verlenging van de bewijsregel 30%-regeling vanwege overschrijding van de drie-maanden-termijn.

Belanghebbende, X, verzoekt samen met B bv om toepassing van de bewijsregel van artikel 10ea, eerste lid, Uitv. Besl. LB 1965 om in aanmerking te komen voor de zogenoemde 30%-regeling. X is bij beschikking van 27 september 2010 aangemerkt als ingekomen werknemer met schaarse specifieke deskundigheid en de inspecteur heeft dat verzoek ingewilligd. Op 1 december 2012 treedt X bij B bv uit dienst. Op 2 mei 2013 start X met zijn werkzaamheden voor C bv. Op 8 augustus 2013 verzoekt X om verlenging van de bewijsregel. Dat verzoek is door de inspecteur afgewezen. X komt tegen deze afwijzing in beroep.

Volgens Rechtbank Gelderland zijn tussen het einde van de dienstbetrekking met de oude inhoudingsplichtige, B bv, en het begin van de tewerkstelling bij de nieuwe inhoudingsplichtige, C bv, meer dan drie maanden verstreken. Onder verwijzing naar HR 21 maart 2014, ECLI:NL:HR:2014:634, beslist de rechtbank dat de bewijsregel niet kan worden verlengd en dat de toepasselijke regeling geen ruimte laat om op een andere manier aannemelijk te maken dat X over schaarse specifieke deskundigheid beschikt. Ook laat deze regeling geen ruimte voor een zelfgekozen periode om niet beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt om te zoeken naar woonruimte, zoals X heeft betoogd. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10ed

Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 10ea

Wet op de loonbelasting 1964 31a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 19 mei

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen