Rechtbank Gelderland oordeelt dat de beschikking waarbij de oude - voor 1 januari 2010 opgelegde - conserverende aanslag is ingetrokken een besluit tot ambtshalve vermindering is.

Erflater, de heer A, overlijdt in 2007. Zijn nalatenschap is door de erfgenamen, onder wie de heer X, zuiver aanvaard. X doet een beroep op de SW bedrijfsopvolgingsfaciliteiten. In eerste instantie is daarom (mede) een conserverende aanslag aan haar opgelegd. In 2011 kondigt de inspecteur aan dat hij voornemens is om deze aanslag te herzien omdat niet meer wordt voldaan aan de voortzettingseis. X overlijdt in maart 2012. Zijn erven, in casu de belanghebbenden, maken bezwaar tegen de beschikking d.d. 2 maart 2012 waarbij de conserverende aanslag is ingetrokken. Rechtbank Gelderland oordeelt dat de beschikking van 2 maart 2012 een besluit tot ambtshalve vermindering is als bedoeld in art. 65 AWR. Hiertegen stond geen bezwaar open. Onder de oude – tot 1 januari 2010 geldende - wettekst gold namelijk dat indien niet werd voldaan aan de voortzettingseis de aanvrager hiervan aangifte moest doen en de te conserveren waarde moest herzien. De belasting die bij wege van conserverende aanslag was geheven, werd verlaagd en de belasting die bij wege van de normale aanslag was geheven, werd verhoogd. De inspecteur had het bezwaar dus niet-ontvankelijk moeten verklaren. Slechts in zoverre is het beroep gegrond. Het bezwaar van de erven X wordt vervolgens alsnog niet-ontvankelijk verklaard.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 65

Successiewet 1956 35b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Schenk- en erfbelasting

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 19 mei

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen