Rechtbank Breda ziet geen aanleiding voor een vermindering van de aanslag rioolheffing.

De heffingsambtenaar van de gemeente Boxtel legt aan X een aanslag rioolheffing op van € 949 naar een waterverbruik van 729 m³. De aanslag betreft het belastingjaar 2010 en is gebaseerd op de waterverbruik over het jaar 2009. X stelt dat hij door nalatigheid van het waterleidingbedrijf teveel rioolheffing betaalt. Na reparatie van een lekkage door het waterleidingbedrijf in mei 2009 is het waterverbruik aanzienlijk gedaald naar 118 m³ in 2010, aldus X.

Rechtbank Breda ziet geen aanleiding voor een vermindering van de aanslag rioolheffing. De rechtbank stelt voorop dat de aanslag over 2010 is gebaseerd op het waterverbruik op de afrekening 2009. Niet in geschil is dat dit waterverbruik 729 m³ is. Dat de afrekening 2010 een waterverbruik vermeldt van slechts 118 m³ is voor de rechtbank geen reden om dit waterverbruik al als heffingsgrondslag voor de aanslag 2010 te gebruiken. De heffingsambtenaar heeft nog gesteld dat geen rioolheffing wordt geheven over de hoeveelheid water waarop het waterleidingbedrijf het zogeheten lektarief toepast. Het lektarief wordt toegepast bij cliënten die een onzichtbare en/of onhoorbare lekkage hebben gehad. In het geval van X heeft het waterleidingbedrijf het lektarief niet toegepast. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Breda

12

Gerelateerde artikelen