Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X voor de periode 1 april - 31 juli 2013 niet verplicht verzekerings- en premieplichtig is voor de Nederlandse volksverzekeringen. De inspecteur heeft namelijk geen bewijs aangedragen voor zijn stelling dat daarvan sprake is.

X is Rijnvarende en woont in Nederland. In 2013 werkt hij eerst voor een te Luxemburg gevestigde werkgever en vervolgens voor een werkgever op Cyprus en een Liechtensteinse werkgever. Voor dit jaar is alleen door de Liechtensteinse autoriteiten, vanaf 1 augustus 2013, een A-1 verklaring afgegeven. In geschil is of X voor de Cypriotische periode (1 april - 31 juli 2013) verplicht verzekerings- en premieplichtig is voor de Nederlandse volksverzekeringen. De inspecteur gaat daar vanuit in de door hem opgelegde aanslag.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X voor de periode 1 april - 31 juli 2013 niet verplicht verzekerings- en premieplichtig is voor de Nederlandse volksverzekeringen. De rechtbank overweegt daarbij dat de inspecteur, via de door hem opgelegde aanslag, stelt dat sprake is van verzekerings- en premieplichtig in Nederland, en dat hij dus de bewijslast heeft. Nu de inspecteur geen begin van bewijs van zijn stelling aandraagt, hij heeft namelijk geen navraag gedaan bij X over zijn vaarroutes en/of verblijfplaatsen, en daarover ook geen informatie heeft ingewonnen bij derden, is de inspecteur niet geslaagd in de op hem rustende bewijslast.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationale sociale zekerheid

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 7 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen