Belanghebbende, X, is in loondienst werkzaam voor D bv. X werkt voor diverse baggerprojecten in diverse landen. In zijn IB-aangiften vraagt hij voor alle buitenlandse inkomsten om aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Naar aanleiding van een onderzoek naar de IB-aangifte 2009, legt de inspecteur navorderingsaanslagen op voor de jaren 2007 en 2008. In hoger beroep is nog de aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor de inkomsten uit Australië en China in geschil.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat Nederland mag heffen over de inkomsten uit China en Australië, en dat daarvoor geen aftrek ter voorkoming van dubbele belasting verleend hoeft te worden. Ten aanzien van de inkomsten uit Australië overweegt het hof daarbij dat X minder dan 184 dagen in Australië heeft verbleven. Dit geldt volgens het hof ook voor China. Volgens het hof is er geen sprake van een vaste inrichting in China, omdat het project niet langer dan zes maanden heeft geduurd, en heeft X niet aannemelijk gemaakt dat hij langer dan 183 dagen in China heeft verbleven.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 6 maart