Hof Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar niet inzichtelijk heeft gemaakt op welke wijze rekening is gehouden met het verschil aan waarde van de inventaris die in de transactieprijzen is begrepen.

X is eigenaar van een appartement in een op Ameland gelegen appartementencomplex. De WOZ-waarde naar waardepeildatum 1 januari 2009 is vastgesteld op € 50.000. Rechtbank Leeuwarden vermindert de WOZ-waarde naar € 49.500. De gemeente komt in hoger beroep.

Hof Leeuwarden oordeelt dat de heffingsambtenaar de waarde onvoldoende aannemelijk maakt en handhaaft de waarde van € 49.500. De gehanteerde verkooptransacties hebben plaatsgevonden in de periode van 22 september 2008 tot 10 juni 2009. De prijzen fluctueren tussen € 42.000 tot € 62.500. In deze prijzen zijn, blijkens aanvullende informatie bij de matrix en de overgelegde notariële akten, de overnameprijs van de inventaris (vijf maal) en het aandeel in het reservefonds van de VvE (een maal) begrepen. De voor de inventaris betaalde bedragen lopen uiteen van € 5.000 tot € 8.000. Het aandeel in het reservefonds van de VvE varieert tussen € 967 (matrix) en € 1.413 (notariële akte). Volgens het hof is onvoldoende onderbouwd of en op welke wijze rekening is gehouden met de overnameprijs van de inventaris die in de verkoopprijs is begrepen.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Leeuwarden

4

Gerelateerde artikelen