Belanghebbende, X, verzoekt op 24 maart 2013 om restitutie van door hem betaalde bedragen aan afvalstoffenheffing voor de jaren 2007 t/m 2010. Dit nadat de heffingsambtenaar aanslagen over 2013 (naar aanleiding van bezwaar) en 2011 en 2012 (ambtshalve) heeft vernietigd. De heffingsambtenaar merkt het verzoek van X aan als bezwaarschrift, dat wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk wordt verklaard. Tegen deze beslissing stelt X beroep in. Rechtbank Midden-Nederland verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van het beroep van X.
Hof Arnhem-Leeuwarden bevestigt de uitspraak van de heffingsambtenaar waarin het bezwaar van X niet-ontvankelijk wordt verklaard. Het hof overweegt dat de uitspraak een beslissing betreft op het bezwaarschrift van X tegen een besluit dat de heffingsambtenaar ambtshalve heeft genomen. Gelet op het gesloten stelsel van rechtsmiddelen, brengt dit mee dat het door belanghebbende ingediende bezwaar door de heffingsambtenaar terecht niet-ontvankelijk is verklaard. Anders dan de rechtbank heeft geoordeeld is de belastingrechter wel bevoegd kennis te nemen van het beroep tegen de uitspraak die de heffingsambtenaar op een zodanig bezwaar heeft gedaan. Dit betekent dat het hoger beroep van X gegrond is. Er bestaat geen recht op een proceskostenvergoeding voor rechtsbijstand verleend door een gepensioneerd belastingadviseur die slechts incidenteel rechtshulp verleent.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 26 en 65
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden