X verzoekt op 11 augustus 2010 het afdelingshoofd Heffingen van de Gemeentelijke Belasting- en RegistratieDienst Parkstad Limburg (hierna: GBRD) om toezending van de stukken die betrekking hebben op een aan hem opgelegde naheffingsaanslag parkeerbelasting. X beroept zich op de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob).
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat het afdelingshoofd van GBRD informatie over de tarieven van het externe incassobedrijf Channock Chase niet aan X hoeft te verstrekken. De afdeling overweegt dat Channock Chase geen bestuursorgaan is en geen deel uitmaakt van de overheid. Zij moet daarom worden aangemerkt als een derde, die bedrijfs- en fabricagegevens vertrouwelijk aan de overheid kan meedelen en die in dat geval de bescherming toekomt die art. 10 lid 1 onder c van de Wob beoogt te verlenen. De informatie over de tarieven – die inzicht geeft in de kosten waartegen Channock Chase de werkzaamheden kan uitvoeren – kan redelijkerwijs als vertrouwelijk meegedeeld worden beschouwd. Hieraan doet niet af dat de rechtsvoorganger van Channock Chase deze informatie aan de gemeente in het kader van de contractsonderhandelingen heeft meegedeeld. Schending van de hoorplicht leidt in dit geval niet tot gegrondverklaring van het hoger beroep nu X in de gelegenheid is gesteld om ter zitting bij de afdeling zijn standpunten mondeling toe te lichten.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 7:3
Wet openbaarheid van bestuur 10-1-c
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden
Instantie: Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State