Rechtbank Roermond oordeelt dat het gelijk wat betreft de objectafbakening van de waterplas aan de heffingsambtenaar van de gemeente is.

Eiseres, X,  is eigenaar van een recreatieplas met strand, een kiosk, toiletgebouwen, speeltoestellen, parkeerplaatsen, fietsenstallingen, aanlegsteigers en recreatieterrein. In beroep is de WOZ-waarde van het geheel niet langer in geschil. X verschilt nog wel met de gemeente Mook en Middelaar van mening over de objectafbakening en wel over de vraag welk gedeelte van het water tegen een waarde van € 1 moet worden betrokken in de waardering. Volgens X maakt de gehele plas integraal deel uit van het object en dient derhalve de gehele oppervlakte aan water te worden betrokken in de waardering. X verwijst naar de uitspraak van Hof Arnhem van 7 april 2010, nr. 09/00114, LJN: BM2112. De gemeente is van mening dat de oppervlakteberekening van de hofuitspraak op de onderhavige situatie niet van toepassing is.

Rechtbank Roermond oordeelt dat het gelijk wat betreft de objectafbakening van de waterplas aan de gemeente is. Eerst stelt de rechtbank vast dat X een financieel belang heeft bij de uitkomst van de procedure. De objectafbakening heeft namelijk gevolgen voor de waterschapsheffing waar (water) oppervlakte dat is toegekend aan een gebouwd eigendom niet meer wordt belast in de waterschapsomslag voor ongebouwde eigendommen. De rechtbank oordeelt dat de hofuitspraak waarop X zich beroept toepassing mist voor de waardebepaling van het onderhavige object. De heffingsambtenaar stelt terecht dat enkel het gedeelte van het object dat samenhangt met het gebruik van het strand en de ligweiden onderdeel uitmaakt van het object. De rechtbank overweegt dat de recreatieplas die aan het hof voorlag een recreatieplas betreft zonder aansluiting op een kanaal of rivier die in zijn geheel als zwemwater in gebruik is en waar geen sprake is van jachthavens met de daarbij behorende pleziervaartuigen. Het gebruik van het strand en de ligweiden hangt bij voormelde recreatieplas, aldus het hof, nauw samen met het gebruik van het gehele water. Volgens de rechtbank stelt de gemeente terecht dat bij het object van X van een dergelijke samenhang tussen het gebruik van het strand en de ligweiden en het gebruik van het gehele water geen sprake is. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Roermond

4

Gerelateerde artikelen