Rechtbank Zutphen oordeelt dat de gemeente met het resultaat van een onderzoek naar de kostendekkendheid van de leges, heeft bewezen dat zij de opbrengstnorm niet heeft geschonden.

Eiseres, X, dient op 15 november 2007 een aanvraag in voor een bouwvergunning voor het oprichten van een woonzorgcentrum. De gemeente Bronckhorst legt aan haar een nota bouwleges op van € 150.217,29. In geschil is of de gemeente de opbrengstlimiet van art. 229b Gemeentewet heeft overschreden.

Rechtbank Zutphen oordeelt dat de gemeente met het resultaat van een onderzoek naar de kostendekkendheid van de leges 2007, heeft bewezen dat zij de opbrengstnorm van art. 229b Gemeentewet niet heeft geschonden. Uit het overzicht blijkt dat de kosten de baten met € 1.227.271,97 overstijgen. Dat de door de heffingsambtenaar overgelegde gegevens niet herleidbaar zijn tot de programmabegroting 2007 en dat die gegevens volgen uit een in 2009 door de gemeente (achteraf) uitgevoerd onderzoek doen voor de rechtbank niet ter zake. De gemeente is volgens de rechtbank niet verplicht om een meer gespecificeerd inzicht te verschaffen in de gehanteerde uurtarieven met uitsplitsing naar directe kosten en overheadkosten. X heeft van een aantal posten uit het overzicht in twijfel getrokken of deze aan te merken zijn als ‘last ter zake'. Deze stelling mag haar niet baten omdat het totaal van deze posten blijft onder het bedrag waarmee de geraamde lasten de geraamde baten overstijgen. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Zutphen

0

Gerelateerde artikelen