Rechtbank Den Haag oordeelt dat een gemeente niet in één geschrift mag beslissen op een WOZ-bezwaarschrift van zowel de eigenaar als de gebruiker van een onroerende zaak.

Belanghebbende, X bv, is gebruiker van een afvalwaterzuiveringsinstallatie gelegen in de gemeente Midden-Delfland. Haar gemachtigde maakt in één bezwaarschrift bezwaar tegen de WOZ-beschikking 2010, namens X bv en tevens namens de eigenaar van de AWZI, het hoogheemraadschap. De heffingsambtenaar beslist in één geschrift op de bezwaren van X bv en de eigenaar. Nadat X bv beroep heeft ingesteld, beslist de gemeente nogmaals, maar nu afzonderlijk op het bezwaar van X bv. Ook hiertegen gaat X bv in beroep.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat een gemeente niet in één geschrift mag beslissen op een WOZ-bezwaarschrift van zowel de eigenaar als de gebruiker van een onroerende zaak (vgl. Hof Amsterdam 22 april 2010, nrs. 09/00433 en 09/00434, ECLI:NL:GHAMS:2010:BM2796). Hieraan doet niet af dat beide belastingplichtigen dezelfde gemachtigde hebben noch dat zij op gelijke gronden bezwaar en beroep hebben ingesteld. De rechtbank verklaart het beroep van X bv tegen de eerste uitspraak op bezwaar gegrond en vernietigt deze uitspraak. Het beroep van X bv tegen de tweede uitspraak is niet-ontvankelijk omdat in het fiscale bestuursrecht een tweede uitspraak op bezwaar niet mogelijk is (vgl. HR 20 januari 2012, nr. 10/02678, V-N 2012/7.8).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 30

Algemene wet inzake rijksbelastingen 25

Algemene wet inzake rijksbelastingen 24a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 6 december

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen