Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X aannemelijk heeft gemaakt dat zij vanaf (de dag na) 13 juli 2012 niet meer als bestuurder van A bv dient te worden aangemerkt. De rechtbank vermindert de aansprakelijkstelling.

Belanghebbende, X, is sinds 1 maart 2011 directeur van A bv. Bij brief van 15 juni 2012 neemt X ontslag. In het handelsregister is opgenomen dat X per 13 september uit functie is getreden, en is opgevolgd door C. C rooft de bv vervolgens leeg, waarop A bv per 11 december 2012 failliet wordt verklaard. De ontvanger stelt X aansprakelijk voor de onbetaald gelaten LB- en btw-naheffingsaanslagen van A bv over de maanden maart 2012 tot en met augustus 2012 voor een bedrag van € 109.406.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X aannemelijk heeft gemaakt dat zij vanaf (de dag na) 13 juli 2012 niet meer als bestuurder van A bv dient te worden aangemerkt. Volgens de rechtbank blijkt uit de door X gestelde feiten en omstandigheden dat zij per 13 juli 2012 haar feitelijke werkzaamheden alsmede haar functie als directeur heeft willen neerleggen. X had namelijk haar werkplek ontruimd, haar bankpas, pincode en sleutels ingeleverd, afscheid genomen van het personeel en de relaties geïnformeerd over haar vertrek per 13 juli 2012. De rechtbank acht niet van belang dat X tot 13 september 2012 ingeschreven heeft gestaan als bestuurder in het handelsregister. De rechtbank vermindert de aansprakelijkstelling tot een bedrag van € 23.479.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Invorderingswet 1990 36

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Invordering

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 6 december

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen