Belanghebbende, X, laat een gemachtigde (WOZ-specialisten) bezwaar maken tegen de WOZ-waarde van zijn woning. De gemachtigde schakelt een makelaar in die speciaal voor de bezwaarprocedure een taxatierapport opmaakt. De gemeente Haarlem verklaart het bezwaar gegrond en kent een proceskostenvergoeding toe van € 380,48 bestaande uit € 218 voor rechtsbijstand en € 162,48 voor deskundigenbijstand (4 uur x € 40,62). Rechtbank Haarlem verhoogt in beroep de proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase tot € 387,15 en kent een proceskostenvergoeding voor de beroepsfase toe van € 218,50 (rekening houdend met twee proceshandelingen en een wegingsfactor van 0,25) en € 32,40 voor reiskosten. De heffingsambtenaar stelt hoger beroep in, X maakt gebruik van incidenteel hoger beroep.
Hof Amsterdam verwerpt het standpunt van de gemeente dat de gemachtigde niet bevoegd is om een procedure te voeren over (enkel) de proceskosten. De bevoegdheid van de gemachtigde omvat tevens de bevoegdheid om nevenvorderingen zoals die voor de proceskosten in stellen, aldus het hof. Ook de andere stelling van de gemeente faalt dat X geen belang heeft bij de uitkomst van de procedure en het beroep dus niet-ontvankelijk had moeten worden verklaard. Het hoger beroep van de gemeente is alleen gegrond omdat de rechtbank (hierover bestaat tussen partijen geen geschil) ten onrechte een proceskostenvergoeding heeft uitgesproken voor reiskosten. Het incidentele hoger beroep is eveneens gegrond aangezien het hof besluit de proceskostenvergoeding voor deskundigenbijstand te verhogen tot € 327 (rekening houdend met uurtarief van € 78,50 exclusief btw) en de vergoeding voor rechtsbijstand voor het beroep in eerste aanleg te verhogen tot € 437 (wegingsfactor 0,5). Voor de hoger beroepsfase bedraagt de proceskostenvergoeding eveneens € 437.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam