Belanghebbende, X, laat een gemachtigde bezwaar maken tegen de WOZ-beschikking 2014. De heffingsambtenaar weigert desgevraagd het taxatieverslag van de onroerende zaak aan de gemachtigde te verstrekken. Rechtbank Noord-Holland verklaart het beroep van X ongegrond. De vraag of de heffingsambtenaar de stukken ten onrechte niet aan de gemachtigde heeft toegestuurd, valt volgens de rechtbank buiten het bestek van het geschil.

Hof Amsterdam oordeelt dat de heffingsambtenaar ten onrechte voorbijgegaan is aan het verzoek van de gemachtigde van X om taxatieverslagen te verstrekken. Uit art. 40 lid 2 Wet WOZ en art. 6:17 van de Awb volgt dat de heffingsambtenaar verplicht is om uitvoering te geven aan het verzoek van de gemachtigde. De heffingsambtenaar kon niet volstaan met de gemachtigde te verwijzen naar de mogelijkheid dat X (via diens DigiD) de taxatieverslagen van de website van de gemeente zou kunnen downloaden, dan wel naar de mogelijkheid de verslagen bij het gemeentehuis te komen ophalen, om deze vervolgens aan de gemachtigde te verstrekken. Aangezien X door het nalaten van de heffingsambtenaar is benadeeld, besluit het hof de zaak terug te verwijzen naar de heffingsambtenaar. De heffingsambtenaar zal opnieuw uitspraak moeten doen op bezwaar en daarbij X in de gelegenheid moeten stellen om te worden gehoord.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 40-2

Algemene wet bestuursrecht 6:17