Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij voor een bedrag van € 26.300 aan kosten heeft gemaakt. Ook maakt X niet aannemelijk dat deze kosten betrekking hebben op de verhuur van de appartementen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

X bewoont met zijn vrouw en zonen een pand dat hij huurt. Via onderverhuur stelt X twee appartementen in het pand ter beschikking aan zijn zonen. X stelt dat de zonen kostgangers zijn en neemt een bedrag van circa € 25.000 aan negatief ROW op in zijn IB-aangifte 2008. De inspecteur is echter van mening dat er geen sprake is van een bron van inkomen, en corrigeert de ROW-post.

Hof 's-Hertogenbosch (MK I, 19 november 2015, 14/00709 en 14/00710, V-N 2016/9.2.2) oordeelt dat, zo er al sprake is van een bron van inkomen, X niet aannemelijk maakt dat hij voor een bedrag van € 26.300 aan kosten heeft gemaakt. Volgens het hof maakt X ook niet aannemelijk dat deze kosten betrekking hebben op de verhuur van de appartementen. De aanslagen blijven in stand.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Lees ook het thema Vastgoedexploitatie in de inkomstenbelasting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 24 augustus

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen