Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente twee afzonderlijke prestaties verricht: het bieden van parkeergelegenheid en het bieden van openbaar vervoer binnen de stad Utrecht. Het hof verleent een aanvullende btw-teruggaaf van € 2359.

De gemeente Utrecht exploiteert vier Parkeer- & Reis-locaties (transferia). Bezoekers van de transferia krijgen bij het inrijden een inrijkaart, die naar believen binnen een uur na ontvangst kan worden ingewisseld voor een combikaart. Met een combikaart kunnen maximaal vijf personen de gehele dag gebruik maken van het gemeentelijke openbaar vervoer binnen de gemeente Utrecht. De combikaart doet tevens dienst als uitrijkaart voor het transferium. Het parkeertarief bij de transferia bedraagt € 4,50. Het tarief van de combikaart bedraagt € 5. Met ingang van 1 januari 2014 moet de gemeente btw over de verkoop van de combikaarten voldoen naar het algemene tarief. Volgens de gemeente is echter het verlaagde btw-tarief van toepassing. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X één dienst verricht (het gelegenheid geven tot parkeren), en dat deze belast is tegen het algemene tarief.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de gemeente twee afzonderlijke prestaties verricht: het bieden van parkeergelegenheid (algemeen tarief) en het bieden van openbaar vervoer binnen de stad Utrecht (verlaagd tarief). Volgens het hof bieden deze twee diensten samen het alternatief voor het vervoer met het eigen voertuig naar de plaats(en) van bestemming binnen Utrecht. Deze twee prestaties zijn volgens het hof ook eenvoudig te onderscheiden. Aangezien de inspecteur en de gemeente het eens zijn over de splitsing van de vergoeding, verleent het hof een aanvullende btw-teruggaaf van € 2359.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 9

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

2

Gerelateerde artikelen