Rechtbank Roermond oordeelt dat gemeenten op basis van de reparatiewet weer rechten mogen heffen  voor de aanvraag van een ID-kaart. De terugwerkende kracht van de reparatiewet is niet in strijd met art. 1 van het Eerste Protocol van het EVRM.

X vraagt op 29 september 2011 een ID-kaart aan bij de gemeente Roermond. Op 9 september 2011 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat gemeenten voor het aanvragen van een ID-kaart geen leges mogen heffen op grond van art. 229 Gemeentewet (HR 9 september 2011, nr. 10/04967, V-N 2011/43.21). Om legesheffing weer mogelijk te maken is op 21 september 2011 een reparatiewetsvoorstel ingediend. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft op 21 september 2011 via de landelijke media meegedeeld dat vanaf 22 september 2011 weer betaald moet worden voor een ID-kaart. Nadat de Tweede en Eerste Kamer het wetsvoorstel hebben aangenomen, is de reparatiewet op 14 oktober 2011 gepubliceerd in het Staatsblad. De wet is op 15 oktober 2011 in werking getreden en werkt terug tot en met 22 september 2011, zijnde de dag na indiening van het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer.

Rechtbank Roermond verwerpt de standpunten van X dat de verordening op de heffing en de invordering van leges van de gemeente Roermond onverbindend is en op grond van de reparatiewet geen legesheffing voor een ID-kaart kan plaatsvinden. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat de terugwerkende kracht van de reparatiewet tot en met 22 september 2011 niet in strijd is met art. 1 van het Eerste Protocol van het EVRM. Verder is de rechtbank op grond van art. 120 van de Grondwet niet bevoegd de grondwettigheid van de reparatiewet te beoordelen. Het beroep van X is ongegrond.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Rechtbank Roermond

2

Gerelateerde artikelen