Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het voor aftrek van de btw-voorbelasting niet voldoende is dat X bv het voornemen heeft om het monumentenpand te gaan verhuren. De voorbelasting is namelijk slechts aftrekbaar als het voornemen bestaat om het monumentenpand belast te verhuren.

Belanghebbende, X bv, houdt monumenten in stand en verhuurt ze als kantoorpanden. Een van de panden wordt vanaf 1 april 2012 ter beschikking gesteld aan een gelieerde vennootschap (D bv). De btw wordt in de jaren 2011 en 2012 volledig afgetrokken. De inspecteur is echter van mening dat de btw tijdens de periode van leegstand niet aftrekbaar is, en legt naheffingsaanslagen op aan X bv. Rechtbank Gelderland oordeelt dat X bv geen recht heeft op aftrek van voorbelasting voor de instandhoudingskosten gedurende de periode van leegstand van het pand. Aftrek is slechts mogelijk wanneer de voorbelasting is toe te rekenen aan belaste handelingen, en dat maakt X bv niet aannemelijk.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het voor aftrek van de voorbelasting niet voldoende is dat X bv het voornemen heeft om het monumentenpand te gaan verhuren (dus vrijgesteld of belast). Volgens het hof is de voorbelasting slechts aftrekbaar als het voornemen bestaat om het monumentenpand belast te verhuren. Over de verhuur aan D bv merkt het hof op dat X bv niet aannemelijk maakt dat zij het monumentenpand per 1 april 2012 belast verhuurt. X bv komt er namelijk pas in haar motivering op het bezwaar mee dat het pand belast wordt verhuurd. Verder worden kopieën van de factuur en de huurovereenkomst pas eind 2014 overgelegd. Het hof gaat er dan ook vanuit dat X bv het monumentenpand in 2012 niet voor belaste handelingen heeft gebruikt, en dat de naheffingsaanslagen correct zijn vastgesteld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 5 juni

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen