Er is een oplossing gevonden voor een groep van circa 300 overlevenden van de Tweede Wereldoorlog die van de Duitse overheid een uitkering ontvangen voor onbetaald werk dat zij tijdens de oorlog hebben verricht, de zogenaamde getto-uitkering. Dat hebben de Staatssecretarissen van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Tweede kamer geschreven.

Getto-uitkeringen worden aangewezen als onder de zogenoemde eindheffing vallende uitkeringen van publiekrechtelijke aard. De inhoudingsplichtige (de Staat) neemt de verschuldigde heffingen over de uitkering in de vorm van een eindheffing voor zijn rekening. Dit geldt met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2016. Door de aanwijzing van de getto-uitkering als onder de eindheffing vallende uitkeringen van publiekrechtelijke aard, behoort deze niet langer tot het inkomen uit werk en woning. Het progressievoorbehoud is niet meer van toepassing en over de uitkering is geen premie volksverzekering of inkomensafhankelijke bijdrage Zww verschuldigd. Ook telt de getto-uitkering niet mee bij het inkomen voor de toeslagen.

De nu getroffen regeling geldt ook voor de uitkering op grond van het Bundesentschädigungsgesetz (BEG-uitkeringen) en de eenmalige getto-uitkering die Duitsland op grond van de Anerkennungsrichtlinie für Arbeit im Ghetto ohne Zwang aan Nederlandse ingezetenen verstrekt.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting

Editie: 23 mei

7

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen