Rechtbank Arnhem oordeelt dat X btw is verschuldigd over de door hem ontvangen inzetpremies en uitkoopsommen. Bij het vaststellen van de maatstaf van heffing wordt geen rekening gehouden met de door hem betaalde inzetpremies en/of uitkoopsommen.

Belanghebbende, X, koopt onroerende zaken op veilingen. Hij werkt daarbij vaak samen met andere deelnemers. Ze proberen de onroerende zaken zo goedkoop mogelijk te verwerven. De deelnemers treden naar buiten toe niet op als samenwerkingsverband. Het samenwerkingsverband verdeelt onderling de verdiende inzetpremies. Verder worden ook "uitkoopsommen" onderling verdeeld. Als een van de deelnemers een onroerende zaak verwerft, wordt deze aan de deelnemers aangeboden. De onroerende zaak wordt dan aan de hoogst biedende toebedeeld en daarna wordt het verschil tussen de verwervingsprijs en de verkoopprijs onderling verdeeld. Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur een btw-naheffingsaanslag op aan X in verband met de door hem ontvangen inzetpremies en uitkoopsommen. X stelt dat hij slechts btw is verschuldigd over het saldo van de door hem ontvangen en betaalde inzetpremies en/of uitkoopsommen.

Rechtbank Arnhem oordeelt dat X btw is verschuldigd over de inzetpremies en uitkoopsommen. Volgens de rechtbank hoeft de inspecteur geen rekening te houden met de door X betaalde inzetpremies en/of uitkoopsommen, omdat de heffingsmaatstaf het totale bedrag omvat dat voor een dienst in rekening wordt gebracht. De rechtbank wijst er op dat wel rekening kan worden gehouden met de op de betaalde inzetpremies en/of uitkoopsommen in rekening gebrachte voorbelasting. Aangezien aan X echter voor de betaalde inzetpremies en/of uitkoopsommen geen btw in rekening is gebracht, is aftrek van voorbelasting ook niet mogelijk.

[Bron Uitspraak]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Arnhem

Editie: 13 februari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen